donderdag 20 januari 2011

Maidenspeech Provinciale Staten van Flevoland

Voorzitter, geachte leden van Provinciale Staten,

Laat ik beginnen om u te bedanken voor de gelegenheid om hier te staan. Dit is voor mij in meer dan één opzicht een bijzondere gebeurtenis. In de eerste plaats omdat het de eerste keer is dat ik uw Staten op deze manier mag toespreken. Het is dus mijn maidenspeech. Daarnaast omdat ik de gelegenheid krijg om verantwoording af te leggen voor het beleid dat ons college in de afgelopen vier jaar heeft gevoerd binnen de mij toegemeten portefeuille. De combinatie van maidenspeech en een verantwoordingsdebat is op zich natuurlijk heel bijzonder.Aangezien ik op 9 september van het afgelopen jaar de politieke verantwoordelijkheid van mijn voorganger zonder enig voorbehoud heb overgenomen is het wat mij betreft geen onmogelijke combinatie. Bovendien kan ik u verzekeren dat de resultaten binnen mijn portefeuille zodanig zijn dat ik hier zonder enige terughoudendheid verantwoording over kan en wil afleggen.

Overigens prijs ik het initiatief om te komen tot deze vorm van openbare verantwoording. Het is een goed instrument om het politieke debat wat levendiger en misschien ook wel wat spannender te maken. Voor dat laatste is naar mijn eigen waarneming nog wel wat ruimte in Flevoland. Niet alleen om de politiek aantrekkelijk te maken, maar ook omdat het een uitstekende manier is om uw dagelijks bestuur en de ambtelijke organisatie scherp te houden.Ik sprak zojuist over het feit dat dit mijn maidenspeech is. Ik heb juist daarom vooraf even goed gekeken hoeveel spreektijd ik hiervoor krijg. Dat komt omdat er in mijn vorige werkkring speciaal voor die speech een aantal bijzondere spelregels golden. Zo was er voor de maidenspeech geen spreektijdlimiet, mochten er geen interrupties geplaatst worden en was applaus na afloop verplicht. Dat leverde in de praktijk heel aardige toespraken op. Misschien een leuk idee wanneer u op zoek bent naar manieren om het debat iets levendiger te maken. Aangezien ik wel gebonden ben aan spreektijd zal ik u hier niet vermoeien met mijn visie op de toekomst van het provinciaal bestuur in Nederland en Flevoland in het bijzonder maar mijn verhaal vervolgen met de 3 belangrijkste onderdelen van mijn portefeuille: Jeugdzorg, Sport en de Sociale Agenda.

Als eerste de jeugdzorg, een belangrijk onderdeel van het thema Jongeren. In de afgelopen jaren heeft de nadruk gelegen op het invoeren van de Wet op de Jeugdzorg, die in 2005 van kracht werd. Het doel was te zorgen dat alle jongeren die jeugdzorg nodig hebben, die ook krijgen. Dat bleek in eerste instantie een moeilijk te behalen doel. Net als in de rest van Nederland bestonden ook in Flevoland wachtlijsten voor jeugdzorg. Zo wachtten er op 1 april 2008 nog meer dan 300 kinderen op de voor hen passende zorg. Voor een groot deel van deze kinderen was wel in alternatieve zorg voorzien, maar toch. Op 1 januari 2010 waren de wachtlijsten verdwenen. Een groter budget, van het Rijk maar vooral ook de autonome provinciale bijdrage die u beschikbaar stelde maakte dit mogelijk. In 2009 heeft u meer dan €3,6 miljoen bijgedragen en in 2010 €4,8 miljoen. Maar het was niet alleen een kwestie van extra geld. Extra aandacht is er ook geweest om de Flevolandse jeugdzorg sneller en beter te laten werken. Er wordt efficiënter gewerkt en beter onderling afgestemd. Met dat extra geld is buitengewoon veel goed gedaan voor de meest kwetsbare kinderen en gezinnen in onze Flevolandse samenleving.

En met resultaat, in 2010 zijn geen nieuwe wachtlijsten ontstaan. Een mooie prestatie, zeker als we bedenken dat het gebruik van jeugdzorg in de afgelopen jaren overal in Nederland sterk is toegenomen, harder dan de groei van het beschikbare budget. Bijvoorbeeld, in 2007 werden in onze provincie ruim 2.500 gebruikers van jeugdzorg geregistreerd, in 2008 waren dat er bijna 3000, en in 2009 was dit gestegen tot 3.400, een groei van meer dan 17% ten opzichte van het jaar daarvoor. De primeur die ik u vandaag voor u heb is dat 2010 voor het eerst in jaren een daling laat zien van 100 jongeren t.o.v. 2009. Daarmee is het ons dus gelukt om de trendbreuk waar we zolang op hebben gewacht eindelijk te bereiken. Laat dus helder zijn, we leveren prima werk af als het gaat om de jeugdzorg, maar dat is maar goed ook want we hebben wel degelijk een probleem, ook in vergelijking met andere provincies. Iedereen is het erover eens: om de jeugdzorg effectief en betaalbaar te houden, moeten problemen vroegtijdig en met en in het gezin worden opgepakt. De sleutel hiervoor ligt in een goede samenwerking tussen de partners in de zorgketen, vooral met gemeenten, het onderwijs en de arbeidsmarkt. Deze samenwerking is de afgelopen 4 jaar in onze provincie enorm verbeterd. Het Gemeenschappelijk Actieprogramma Aansluiting Flevoland (GAAF) speelde daarbij een belangrijke rol. Je ziet dat provinciale en lokale partners steeds meer samen verantwoordelijkheid nemen in de zorg voor de jeugd. Het feit dat er onder u leden zijn die spreken over een uniek Flevolands model is misschien wel het grootste compliment aan het gevoerde beleid. Juist nu de positieve resultaten van de vorige grote structuurverandering in de jeugdzorg zichtbaar beginnen te worden zou je wensen dat de sector nu de rust krijgt om door te ontwikkelen. Niets is minder waar. Het kabinet gaat nu de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg weghalen bij de provincie en bij de gemeenten onderbrengen.

Daarvoor heeft men in de kamer zo'n breed draagvlak dat er geen andere optie is dan loyaal meewerken aan deze zoveelste structuurwijziging. Hoe het er precies uit gaat zien is nog onduidelijk. Er zijn nog veel vragen zoals: Wat gaat er met de civiel en strafrechtelijke jeugdzorg gebeuren? Of, wat zal er op regionaal niveau georganiseerd moeten worden? Hoe worden de jeugd en opvoedhulporganisaties in de toekomst aangestuurd? Voor mij is belangrijk dat we het huidige, hoge kwaliteitsniveau voor Flevoland overeind weten te houden.

Juist nu moeten we zorgen voor zorgvuldigheid en voorzichtigheid. Daarom kan ik me niet voorstellen dat de provinciale inspanningen voor de jeugdzorg in de komende periode weg zal vallen. Omdat al die vragen de volgende periode beantwoord moeten worden en u, naar ik aanneem, de aandacht voor de kwaliteit van de jeugdzorg ondertussen niet wilt laten verslappen, zal dit beleidsterrein de komende vier jaar meer dan ooit uw, - en ik hoop ook mijn -, aandacht vragen. En dan blijft het nog maar de vraag of op termijn echt álle taken op het gebied van jeugdzorg bij de provincie verdwijnen. Juist in Flevoland hebben wij de afgelopen jaren een uitstekende samenwerking met de gemeenten opgebouwd en ik merk bij de betrokken wethouders een wens om die samenwerking voort te zetten. Ik sluit dus niet uit dat in de nieuwe opzet ook weer een regisserende taak van de provincie zal worden gevraagd. Ik heb me tot nu toe ook in mijn rol als voorzitter van de IPO-adviescommissie Sociaal Beleid sterk gemaakt voor het toepassen van maatwerk. Almere is Urk niet en Flevoland is Zuid Holland niet. De samenwerking die de afgelopen jaren in deze provincie tot stand is gekomen kan zo een mooi vervolg krijgen. Om ook uw Staten bij het hele proces betrokken te houden hebben is er inmiddels een voorstel naar u onderweg om te komen tot werkbare kaders voor dit proces.

Sport
Samenwerking is een woord dat ook past bij mijn tweede onderwerp, namelijk Sport. De totstandkoming van Flevolandse nota Sportbeleid is daarvan een goed voorbeeld. Vanaf het begin van dit proces zijn we het gesprek aangegaan met sporters, sportorganisaties, het bedrijfsleven, het onderwijsveld en natuurljk met de Flevolandse gemeenten. Hierdoor kan het nieuwe provinciaal Sportbeleid rekenen op een zeer breed draagvlak. Het waarmaken van uw doelstelling ‘de sportiefste provincie’ begint immers met een gezamenlijke visie op sportbeleid en de keuzes die daarin gemaakt worden. De Sportnota is een mooi voorbeeld van de vertaling van de ideeën en wensen in de maatschappij naar provinciaal beleid. We hebben echte winst geboekt bij het verdelen van de aandachtgebieden binnen het sportdomein. Waar gemeentes zich richten op breedtesport richt de provincie zich bijvoorbeeld op topsport en talentontwikkeling. De sportnota is nu een jaar in uitvoering, u heeft onlangs de eerste voortgangsrapportage ontvangen met de concrete resultaten na 1 jaar. In de voortgangsrapportage heeft u kunnen lezen over allerlei initiatieven en projecten die het afgelopen jaar tot stand kwamen. Het voert te ver om hier nu een overzicht van te geven, maar één voorbeeld wil ik noemen:

De RegioCoach, het talentenprogramma Zeilen in Lelystad is nu echt zo’n voorbeeld van een vitale coalitie die het afgelopen jaar tot stand is ontstaan. Zeilvereniging, gemeente, Watersportbond en provincie werken samen om jeugd klaar te stomen voor de Olympische Spelen. Maar het werkt niet alleen voor de zeilsport. Ook op onze andere kernsporten zoals judo, volleybal en badminton zien we dat het beleid zorgt voor enorme stimulansen op het gebied van sport in onze provincie.

Naast het invullen van de Sportnota is er meer werk verricht. Van de sportgerelateerde jongerensubsidie zijn projecten uitgevoerd voor jongeren in het basis- en voortgezet onderwijs. In de Noordoostpolder is voor basisscholen “Kies voor hart en Sport Noordoostpolder” uitgevoerd, jaarlijks hebben zo’n 700 kinderen kennisgemaakt met allerlei verschillende sporten. Daarnaast stonden er deze maand 6000 Flevolandse kinderen op het ijs voor een door de provincie aangeboden schaatsclinic. Als daar geen toekomstige kampioen bij zit...

In de toekomst kunnen we binnen het provinciehuis nog winst boeken met meer inhoudelijke dwarsverbanden tussen beleidsterreinen. Sport en Economie bijvoorbeeld: een goede sportinfrastructuur zorgt voor een aantrekkelijk woon- en werkklimaat en draagt zodoende bij aan de economische ontwikkeling van Flevoland. Bovendien kunnen bedrijven zich profileren door te investeren in sport.

Als we deze koppeling maken in onze beleidsvorming worden de effecten van onze inspanningen groter en ook beter zichtbaar. Ook op andere vlakken zijn effecten te zien van succesvolle samenwerking. De Sociale Agenda, mijn derde onderwerp, is daarvan wellicht het meestbesproken voorbeeld. De inhoud van de Sociale Agenda is tot stand gekomen in het sociale debat. In dit debat, waaraan allerlei partners uit het werkveld deelnamen, heeft u de centrale thema’s benoemd. Eén van de programmalijnen is: ‘Participatie van kwetsbare mensen’. De eerste stappen zijn gezet binnen dit programma. Er zijn projecten gestart die de verbindingen leggen tussen onderwijs, zorg en arbeid. Lifecoach is een mooi voorbeeld van een geïntegreerde aanpak.

Een gesprek dat ik onlangs voerde met een 19 jarige jongen uit deze provincie maakte het voor mij nog eens heel helder hoe belangrijk zo'n lifecoach in de praktijk kan zijn. Deze jongen die op 13 jarige leeftijd aan de drugs raakte, ging dealen, van school ging en door zijn gescheiden ouder op straat werd gezet vertelde mij zijn levensverhaal. Uiteindelijk kwam hij fors in aanraking met politie en justitie. Dankzij zijn lifecoach en een beetje hulp van zijn nieuwe vriendin heeft hij zijn leven sinds een half jaar weer op de rails, zit hij weer op school en is hij begonnen zijn schulden af te betalen. Als de term investeren in mensen ergens van toepassing is, dan is dat bij de lifecoach die volledig ontspoorde jongeren weer op het rechte spoor weet te brengen en daarmee de maatschappij behoed voor hoge vervolgkosten. We staan aan het begin van de tweede periode van de uitvoering van de Sociale Agenda. Er is nu tijd en gelegenheid om na te denken over een vervolg. Na de verkiezingen kunnen partijen met elkaar in gesprek over de plaats van de Sociale Agenda in de volgende periode.

Wat mij betreft kan de kaderstelling op dit gebied best scherper dan in het verleden. Daarnaast is in het kader van Profiel Provincies de discussie gerechtvaardigd waar deze taak het meest doelmatig kan worden uitgevoerd, bij de provincie of misschien wel bij de gemeente. Zolang het gevolg van deze profieldiscussie maar niet is dat we daarmee ook onze sociale verantwoordelijkheid over de schutting zetten zonder dat we met de gemeenten sluitende afspraken hebben gemaakt over het overnemen van deze taak. Het gaat immers om een kwetsbare groep inwoners van onze provincie die vaak afhankelijk is van de overheid. Wat mij betreft zouden afspraken hierover met gemeenten onderdeel moeten zijn van een bredere visie op sociaal beleid binnen de provincie Flevoland. Een schone taak voor de volgende periode.


Zolang het gevolg van deze profieldiscussie maar niet is dat we daarmee ook onze sociale verantwoordelijkheid over de schutting zetten zonder dat we met de gemeenten sluitende afspraken hebben gemaakt over het overnemen van deze taak. Het gaat immers om een kwetsbare groep inwoners van onze provincie die vaak afhankelijk is van de overheid. Wat mij betreft zouden afspraken hierover met gemeenten onderdeel moeten zijn van een bredere visie op sociaal beleid binnen de provincie Flevoland. Een schone taak voor de volgende periode.


Voorzitter,

Ik heb de belangrijkste onderwerpen uit mijn portefeuille de revue laten passeren. Het waren vooral de onderwerpen waar in het strategisch akkoord doelen voor waren gesteld. Daarmee zeg ik niet dat er op de andere beleidsterreinen zoals Onderwijs, Gezondheidszorg of Water geen ontwikkelingen zijn geweest. In tegendeel. Dankzij de interventies vanuit dit huis hebben wij samen met onze partners bijvoorbeeld de toekomst van de ziekenhuiszorg in een groot deel van onze provincie veiliggesteld. Voorzitter,

Ik ben aan het einde van mijn verantwoording gekomen. Ik hoop dat de Staten mijn conclusies in hoofdlijnen kunnen onderschrijven. Ik heb mijn werk de afgelopen maanden met heel veel plezier gedaan. Ik heb gemerkt dat de onderwerpen waarmee ik als gedeputeerde te maken kreeg mij meer hebben gegrepen dan ik vooraf had verwacht. Ik ben enthousiast geworden voor de bestuurlijke opgave waarvoor deze provincie zich gesteld ziet. Ik heb tenslotte zo genoten van de positieve instelling van al die Flevolanders met wie ik de ,afgelopen periode heb mogen samenwerken, dat als mij de kans wordt geboden om mijn werk ook in een nieuwe periode voort te zetten, ik die kans met heel veel genoegen zal opnemen.

Ik dank u voor uw aandacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten